Vervoer Batterijpakketten conform het ADR

In het kader van duurzaam en emissievrij werken groeit het gebruik van batterijpakketten de laatste jaren snel. Hierbij zijn er veel nieuwe producenten op de markt die weliswaar een goed product maken maar niet altijd even goed op de hoogte zijn van de vervoerswetgeving ADR, terwijl deze wel eisen stelt aan de verpakkingen en het transport van batterijpakketten.

Lithium Ion Batterijen volgens het ADR

 

Lithium-Ion-Batterijen, ongeacht de samenstelling ervan, zijn door de Verenigde Naties wereldwijd beoordeeld als een gevaarlijke stof. Zij moeten dus voldoen aan wetgevingen voor vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water en door de lucht.

Lithium-Ion-Batterijen moeten sowieso voldoen aan de eisen van elke beproeving uit het Handboek beproevingen en criteria, deel III, subsectie 38.3 (dit is producent-informatie), en daarvan een certificaat hebben.

Het ADR kent 2 UN-nummers voor de Lithium-Ion-Batterijen:

UN3480, Lithium-Ion-Batterijen, en

UN3481, Lithium-Ion-Batterijen met of in apparatuur.

Losse batterijen moeten dus zijn verpakt in goedgekeurde verpakkingen die voorzien zijn van een gevaarsetiket en worden vervoerd volgens de regels van het ADR (ADR-diploma, oranje borden, uitrusting e.d.).

Bij de producenten van batterijpakketten komen de batterijen dus zo binnen, waarna ze worden uitgepakt en verwerkt in een batterijpakket. Maar dat betekent natuurlijk niet dat ze dan geen gevaarlijke stof meer zijn! Ze blijven onder het ADR vallen!

Voorschriften voor transport

 

  • Gebruik van een correcte vrachtbrief, met minimaal de volgende informatie:

UN3536, LITHIUM-ION-BATTERIJEN INGEBOUWD IN LAADEENHEID, 9, (E)
De brutomassa van de laadeenheid, en de nettomassa van de batterijen

 

  • Bij een nettomassa van meer dan 333 kilo batterijen moet de chauffeur zijn ADR-diploma, schriftelijke instructies en gevaarsuitrusting bij zich hebben en oranje borden voeren
  • Bij een nettomassa van minder dan 333 kilo batterijen kan het transport vallen onder de vrijstelling ADR 1.1.3.6, hierbij is nog steeds een vrachtbrief, 2 kg poederbrandblusser en chauffeurstraining verplicht. Ook moet het puntenaantal worden uitgerekend en op de vrachtbrief worden vermeld.

Kortom, een batterijpakket moet altijd voldoen aan de regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, enkel indien het batterijgewicht minder is dan 333 kilo zijn er wat mogelijkheden om het transport zonder ADR-chauffeur en ADR-auto te laten uitvoeren.

Batterijpakketten volgens het ADR

Zodra de batterijen uit hun verpakking zijn en worden geplaatst als batterijpakket, kunnen ze niet meer als UN3480 verder worden vervoerd. Dit UN-nummer gaat immers over een enkele batterij, maar een batterijpakket bevat meerdere batterijen. Hiervoor is dan ook een ander UN-nummer, namelijk:

UN 3536, lithium-ion-batterijen ingebouwd in laadeenheid

Definitie laadeenheid (“cargo transport unit”): een voertuig, een wagen, een container, een tankcontainer, een transporttank of een MEGC;

Container: een hulpmiddel bij het vervoer (laadkist of dergelijke constructie), van permanente aard en derhalve stevig genoeg voor herhaald gebruik,  speciaal gebouwd om het vervoer van goederen, zonder overlading van de inhoud, door een of meer vervoerswijzen te vergemakkelijken,

  • voorzien van inrichtingen die de behandeling en de vastzetting vergemakkelijken, met name bij het overladen van het ene vervoermiddel op het andere,
  • dat zodanig ontworpen is, dat het vullen en legen wordt vergemakkelijkt;
  • dat een inwendige inhoud bezit van ten minste 1 m3 met uitzondering van containers voor het vervoer van radioactieve stoffen.

Hiervoor gelden de volgende voorschriften:

De batterijen moeten binnen in de laadeenheid veilig worden aangebracht (bijv. middels plaatsing in rekken, kasten enz.), op zodanige wijze dat kortsluiting, onbedoeld in werking treden en aanzienlijke beweging ten opzichte van de laadeenheid tijdens schokken en belastingen die normalerwijze tijdens het vervoer worden ondervonden, wordt voorkomen. Gevaarlijke goederen die nodig zijn voor de veilige en deugdelijke werking van de laadeenheid (bijv. brandblus- en airconditioningsystemen), moeten naar behoren in de laadeenheid worden vastgezet of geïnstalleerd en zijn niet anderszins onderworpen aan het ADR. Gevaarlijke goederen die niet nodig zijn voor de veilige en deugdelijke werking van de laadeenheid mogen niet binnen de laadeenheid worden vervoerd.

De batterijen binnen de laadeenheid zijn niet onderworpen aan voorschriften voor merktekens of etikettering. De laadeenheid moet op twee tegenover elkaar gelegen zijden worden voorzien van oranje borden en van grote etiketten van klasse 9.